Nieuwe kennis opbouwen gebeurd door steentjes met nieuwe kennis te stapelen op bestaande kennis. Lessen op school kun je zien als een steentje nieuwe kennis. De docent vertelt waar dit steentje voor nodig is en waar deze op de muur geplaatst moet worden om samen met andere steentjes een mooie muur te vormen. De leerling heeft, als het meezit, aan het einde van het hoofdstuk door hoe de muur eruit ziet. Als dat gelukt is kunnen de gemengde opgaven gemaakt worden en zijn de leerlingen klaar voor de toets.
De uitdaging is om in de klas te werken met de verschillen in de voorkennis van de leerlingen. Er zijn leerlingen in de brugklas die groep 8 netjes afgerond hebben, maar er is ook een grote groep die al extra werk gedaan heeft op de basisschool. Als de docent steentjes leerstof aanbiedt en ze worden boven op de muur gezet, dan kan dat zomaar op de verkeerde plek zijn. Als de steen eigenlijk ergens midden in de muur had moeten staan, dan ontstaan er gaten en verwrongen gebouwen die veranderen in ruïnes als er steeds doorgebouwd wordt. Om dit te voorkomen moet de leerlingen kunnen kiezen waar de steen tussengevoegd worden. Daarvoor moeten ze weten bij welke muur ze aan het bouwen zijn en hoe hun eigen muur eruit ziet. Eerst naar zichzelf kijken, waar sta ik en dan kijken welke stenen de docent aanlevert. Om dit goed te kunnen moet er achterstevoren geleerd worden.
Dat kan als volgt vorm gegeven worden. De eerste les van het hoofdstuk wordt samen de samenvatting gelezen. De leerlingen krijgen de hele muur te zien. Ze weten aan welke muur ze gaan bouwen. Leerlingen die de muur voor een deel al hebben staan kunnen missende stukjes leerstof invoegen om de muur sterker te maken. Andere leerlingen voor wie het een nieuwe muur met leerstof is, kunnen van voren af aan gaan bouwen.
Zo kan het gebeuren dat er een groep leerlingen in de klas alle opgaven van het hoofdstuk gaan maken. De nieuwe aanpak zorgt ervoor dat deze leerlingen weten aan welke muur ze werken. De stukjes leerstof worden makkelijk ingepast en opgebouwd. Zo kan er gewerkt worden naar de gemengde opgaven en de toets aan het eind van het hoofdstuk.
Een ander deel van de klas gaat meteen de gemengde opgaven maken. De meeste sommen kunnen al gemaakt worden. Als er een opgave niet meteen lukt, is er de mogelijkheid om samen te overleggen en terug te bladeren in het boek en de gemiste stof alsnog in te bouwen in de muur. De muren die gebouwd worden zien er een stuk mooier uit. De leerlingen zijn vaak in 2 lessen klaar met de stof en krijgen nieuwe uitdagingen om verder te bouwen aan de muren op de hoogte waar zij zelf aan toe zijn om te bouwen.
Deze leerlingen moeten wel alert blijven op het nemen van te grote stappen in hun denkproces. Ze moeten leren om op de kleine details te letten. Vaak kijken ze van afstand naar de grote muren en zien ze niet dat er kapotte stenen tussen zitten. Elke les is het belangrijk om nauwkeurig te kijken en te lezen of alle denkstappen kloppen. Let op! Want het kijken naar het geheel en verder ontwikkelen van de muren is leuker dan het repareren.
Als leerlingen aan het bouwen zijn kan er van alles gebeuren, bijvoorbeeld: Een som over ijsjes. De leerling moet werken aan de rekenmuur. Hij loopt over de rekenmuur maar bij de ijsjes denkt hij aan de zomer. Hij loopt over naar de vakantiemuur en maakt zo een verbinding tussen de verschillende muren. Het bouwwerk wordt alsmaar mooier. In gedachten zit hij op vakantie op Mallorca met opa en oma. De som is vergeten. Zo hopt hij heen en weer tussen de verschillende gebouwde muren en maakt verbindingen. De muren worden allemaal bezocht, maar het rekenen aan de rekenmuur wordt vergeten. De muur wordt niet geïnspecteerd op detailniveau.
Aan docenten de mooie taak om al die mooie muren te controleren op slechte stenen en gaten en kapotte stenen te repareren. Als de muren dan onderling aan elkaar verbonden worden ontstaat er een prachtig mooi kasteel.