Bart (groep 7) geeft aan dat het rekenen met kommagetallen niet lukt. Als we samen bezig zijn blijkt dat het niet duidelijk is hoe het decimale stelsel in elkaar zit. Dan is rekenen echt lastig.
Samen beginnen we met rekenen met hele cijfers. Eenheden, tientallen en honderdtallen gaan goed. Maar dan komen de cijfers achter de komma. Wat een ondingen. Daar snapt Bart niks van.
We pakken allebei drie strookjes en scheuren die in stukjes. Bart scheurt ze alle drie in vier stukken en ik scheur ze in zessen. Dan gaan we ruilen. Hij geeft twee stukken aan mij en ik geef er twee terug. Bart kijkt al een beetje vreemd, maar gaat verder. Hij geeft er drie aan mij en ik geef er drie terug. Zo is ruilen toch niet eerlijk…….
Nee en daarom zijn er duidelijke afspraken gemaakt. Als je wilt ruilen moeten de stukken in even grote stukjes verdeeld worden. Omdat we 10 vingers hebben wordt bij ons bijna alles in tien stukken gedeeld. Achter de komma geef je aan hoeveel van die 10 stukjes er zijn.
Het wordt Bart al snel duidelijk waarom er getallen achter de komma staan en dat als je eerlijk wilt ruilen je allemaal de eenheden moet verdelen in tien stukjes.
Binnen een uur rekenen we met honderdsten en duizendsten.